Een meter calibrator is bedoeld als een soort derde lijn calibratie. Misschien niet helemaal de juiste omschrijving maar ik zal het toelichten. Er bestaan standaards. Bij organisaties als het NIST in Amerika of het ijkwezen bij ons worden die standaards bijgehouden. De apparatuur daar is de standaard. Een laboratorium wat calibraties doet heeft apparatuur welke , zoals ze in het engels zeggen NIST- tracable is in calibratie. Hun eigen standaarden worden met voorgeschreven intervallen gecalibreerd en gejusteerd bij “de” standaard, bv het ijkwezen of NIST. Dat zijn kostbare en kwetsbare apparaten. bv de Guildline was zo iets . Op bedrijvenstond vaak een tweede lijns standaard. bv de Fluke 332. Deze werd dan bv bij calibratiebedrijven gecalibreerd en/of gejusteerd tegen de bij hun aanwezige traceble standaard. Heb je nu een grote service afdeling en moet je veel meetapparatuur calibreren dan wordt dat gedaan dmv een soort derde lijns calibratie. De foutkans neemt wel steeds verder toe maar dat is niet altijd erg.
Dit apparaat is zo’ n derde lijns calibrator. Bedoeld om bv snel en makkelijk multimeters te calibreren. Daarvoor kan hij stroom en spanning leveren. En niet zo’ n beetje ook. 1000V DC en AC en stroom calibratie tot 10A . Ook DC en AC. AC op 400 en 50Hz. Daarnaast kan hij Ohms Calibreren in stapjes van 1 ohm helemaal tot 10 Mohm.
De kast is in werkelijkheid kaarsrecht maar door ruimte gebrek wat veel groothoek moeten gebruiken. Hij is uit 1972.
Om dat te kunnen leveren zaten er twee heel dikke trafo’ s in. Er wordt een + en – 50V opgewekt. (naast nog wat andere spanningen) maar die 50V heet de source. Daarmee wordt een oscillator aan gestuurd welke een hele nette 50 of 400Hz wisselstroom kan maken. Daarna wordt het signaal door een powerversterker naar zo’ n dikke trafo gestuurd. Door middel van precisie weerstands-delers worden dan 1000 tot 0,0001 V in stapjes instelbaar door de schakelaars op het front gemaakt. Deze weerstandsbank wordt ook voor de Ohm calibratie gebruikt.
Onder de plaat rechts zit het precisie gedeelte. Het midden de reusachtige trafo’s. Het lijkt niet zo groot op de foto maar het apparaat zelf is al boven modaal. Het is een 19″ breedte een dik twee eenheden hoog maar ook iets van 19″ diep. Achterin zitten de powertoren van de poweramp.
De PCB’s zijn bijna allen uitschuifbaar en de dwarse kleine pcb’s die er op zitten kunnen eraf. Je kan het board er dan afhalen en op een isolator leggen, de connector weer vast maken om door te meten.
Als die zener trouwens de geest geeft heb je pech. Fluke heeft geen documentatie meer en levert er geen onderdelen voor. De zener staat ook niet gespecificeerd in het manual. Als ik slim was geweest had ik hem dus nagemeten . Aangezien de final calibratie nog moet worden gedaan, zodra alles van de set klaar is doe ik dat alsnog wel. Hij moet dan toch weer open.
In dit apparaat was er niets mis op een vieze instelpot na, van een belangrijke voeding die nu nul was waardoor het ding dus niets deed. Omdat ook alle indicator lampjes niet aangingen waren was ik al voorbereid op het ergste. Het viel allemaal mee. De lampjes bleken defect. Nu had ik die niet liggen maar wel een berg andere. Dus even het bolletje eraf geknepen, het nieuwe lampje met wat kneed-epoxy erin (wel eerst de draadjes waar de gloeidraad aanzat vast solderen aan het nieuwe lampje) en klaar. Om bij de lampjes te komen zonder demontage van het halve ding kun je wat isolatie tape om een potlood draaien. Je krijgt dan een hulsje achterop wat plakt van binnen. Dat duw je over het glas, kwartslag draaien en klaar.
Wel moest er weer afgeregeld worden maar het knappe van Fluke is dat ze dat altijd voor elkaar krijgen op een heel doordachte manier met een minimum aan verstellingen. Ben je met een Tek curvtracer wel een paar avonden zoet. Dit doe je in een paar uurtjes. de basiscalibratie in een uurtje ofzo. Alleen als er gerepareerd is, of zoals nu , heel lang niet gebruikt, dan moet er een tweede calibratie worden gedaan welke veel meer tijd kost. Niet de calibratie zelf, dat zijn niet veel puneten maar wel de hele set up die je er voor moet opbouwen.
Hier ben ik met de elco’ s bezig. Eindelijk weer eens een apparaat waar je er bij kan. Voor de spanning erop ging heb ik eerst alle elco’ s langzaam en enkele malen via mijn elco formeerder/tester behandeld. Je ziet na iedere stap de DC lekkage afnemen. ze waren nog allemaal perfect, zelfs de hier niet zo belangrijke ESR was erg laag. Capaciteit was spot-on. Ik heb wel even de boards verwijderd voor de veiligheid.
Het eerste resultaat. je ziet op de knoppen 10.0000 volt. De meter, welke op sde kast stond maar er hier even als insert is overheen geplakt geeft 10.000 aan. Maar helemaal goed is hij nog niet in alle bereiken. Het scheelt maar heel weinig (als hij afwijkt tov de Agilent is het max het laatste digit plus/min 3) en aangezien de Agilent natuurlijk ook geen 0% afwijking heeft is het begin niet slecht.
De werking is wat alternatief. Je stelt bv de spanning in. Dan draai je de coarse stappen schakelaar zo totdat de meter in de search stand binnen zijn bereik komt. Dan met de twee andere knoppen , mid en fijn, stel je hem op nul, dan schakel je de meter door tot je uiteindelijk nul hebt in het 1% bereik. op dat moment is de uitgangspanning precies wat de knoppen aangeven. Je kan ook de multimeter dmv die knoppen op de juiste spanning zetten maar dan wijst de meter geen nul meer aan. Die wijst dan het % van de afwijking van je multimeter tov de 760 aan. Heel handig.