Een stuk coax is 50 ohm bij de juiste afsluiting. De lengte maakt dan niet uit. Is hij echter open dan varieert zijn impedantie met de frequentie. Er is een frequentie waar hij precies een kwart golf is. Op die frequentie is hij resonant en heeft hij zijn karakteristieke impedantie. Een stuk coax moet je zien als een hele reeks spoeltjes achter elkaar met tussen ider spoeltje een condensatortje naar aarde. Bij een kwartgolf is de reactantie van de condensators net zo groot als die van de spoelen. Ze heffen elkaar op dus er is resonantie bij een kwartgolf is hij dan laagohmig. In dit geval nog geen 1 ohm.
Je ziet dat op het plaatje. De smithchard laat een lijn langs de omtrek zien. Boven in is hij inductief, daaronder capacitief. Precies in het midden is hij ohms. Het centrum van de smithchard is 50 ohm. Helemaal rechts is oneindig hoogohmig, naar links nul ohm. Hij zit helemaal links.
Nu kun je zo’n stukje coax wat capacitief is aan het begin bij de generator van een condensator voorzien, daar aan draaien tot hij 50 ohm en resonant is. Je hebt dan een afgestemde kring gemaakt welke ook nog 50 ohm is. Daar kan je wat mee aanpassen of als filter gebruiken.
Op het plaatje hieronder zie je het stukje van 30 a 35cm coax. Het was wat lastig precies te bepalen want er zat een T stuk op met bnc naar banaan adapter waar de condensator zou komen. Je ziet dat precies waar hij resonant is op 143,9 MHz en bijna nul ohm.
Op het tweexde plaatje is er een toltrimmer aan de klem bevestigd. De marker staat niet helemaal precies maar je ziet dat als je hem wat verder opschuift hij daar precies door het 50 ohm punt van de smithchard gaat. Dat is rond de 159 MHz.
Nog wat plaatjes van dat zelfde stukje coax. Maar nu op diverse manieren. Open, short, afgesloten met 75 ohm en combi’s met varco: