SINAD is de ratio van de totale power aangeboden, dus signaal, ruis en vervorming ten opzichte van het ongewilde signaal wat bestaat uit ruis en vervorming. Hoe hoger de SINAD hoe beter de ontvanger. Dit gaat vooral om de mate van verstaanbaarheid van een audio signaal.
De formule is:
SINAD = 10Log ( SRV / RV) uitgedrukt in dB
SRV = combinatie Signaal en Ruis en Vervorming als power level
RV = combinatie Ruis en Vervorming als power level
Een met 1KHz (AM of FM) gemoduleerd signaal wordt aangeboden aan een ontvanger. Dir signaal wordt na de audiouitgang door een 1KHz notch filter gestuurd en het resultaat , dus zonder de 1KHz toon, wordt gemeten.
Het aangeboden signaal bevat echter ruis en vervorming van de generators, mixers, kabels, connectors en temperatuur invloeden. Ook de ontvanger voegt ruis en vervorming toe.
Met de uitkomst van de meting kan de SINAD berekend worden. Soms wordt met een transducer het luidspeaker signaal gemeten om ook daar de vervorming van mee te nemen. De AM of FM modulatie moet gespecificeerd worden in modulatie diepte dan wel deviatie. Men stelt de ingang zo in dat men op de uitgang een SINAD van 12dB meet. Hoe lager de ingangspanning in uV is om die 12dB te halen des te gevoeliger de ontvanger.
Ook wordt er soms een tweede metig gedaan met een tweede bron met 400Hz gemoduleerd signaal. Deze staat afgestemd om het naastgelegen kanaal. Dit “spettert” eventueel ook door op het meetkanaal. Het originele meetsignaal is eerst 3DB verhoogd. Daarna wordt het “stoor”signaal zover verhoogd totdat de SINAD weer gelijk is aan de originele referentie uit de eerste meting. Het verschil tussen beide signalen is een maat voor kanaal-scheiding. Zo kunnen er op het zelfde principe meerdere metingen worden gedaan met CW signalen of gemoduleerde signalen naast de meetfrequentie. Dit zegt wat over de gevoeligheid voor naastgelegen signalen, preselectie, maar bv ook intermodulatie
Een notch filter is natuurlijk niet oneindig steil dus er wordt naast de 1KHz toon ook een stukje ruis/distortion gefilterd.
Er zijn verschillende van verschillende instanties eisen voor die filters. ETSI: De 1KHz moet minimaal 40dB verzwakt zijn maar de eerste harmonische mag niet meer dan 0,6dB verzwakt worden. Het filter moet vlak zijn binnen 0,6 dB van 20Hz tot 500Hz en van 2000-4000Hz. De totale noise power van het audio-spectrum is gemiddeld daardoor minder dan 1dB. De ITU-T stelt echter weer andere eisen. Bv 50dB onderdrukking van 1000-1025Hz. Voor een ultieme meting moet je een notch hebben die dieper is dan 40dB.
De gemeten power is het lastigste. Hij bevat namelijk sinus signalen (1KHz en zijn harmonische) en ruis. Deze laatste is echter enorm breedbandig (0-26GHz) Je weet ook niet hoeveel noise-power er van buiten komt en hoeveel uit de ontvanger. Als de preselectie een bandbreedte van 3KHz heeft dan is het ruisvermogen een stuk lager dan wanneer deze 3MHz breed is. Het kan ook best zijn dat deze ontvanger RF matig helemaal top is maar dat de audiotrap een ruisgenerator achtige functie vervuld of dat er erg veel vervorming optreedt. Maar het geeft een goede onderlinge vergelijking van twee ontvangers als “black box” mits gemeten met de zelfde apparatuur omdat die deel uitmaken van het geheel. Het is een algemene standaard bij FM systemen maar kan ook bij AM, CW en SSB worden gebruikt.
Meestal is een redelijke ontvanger 12 tot 20dB, helemaal perfect is beter dan 40dB